witte kool
ZaaienWe kunnen witte kool in september onder glas zaaien (zgn. weeuwenteelt ), en de plantjes in de winter vorstvrij houden. In maart kunnen we ze afharden en in de volle grond zetten. We kunnen ook in februari al binnen zaaien en in april uitplanten als de planten groot genoeg zijn. Plantjes die we in een tuincentrum kopen kunnen medio maart de grond in. De planten moeten ongeveer een halve meter uit elkaar staan.
Bemesting
Kool heeft een voorkeur voor kleigrond maar kan in elke goede tuingrond groeien. Zorg voor een goede vruchtbaarheid door compost of stalmest in het plantgat te mengen. Heeft u geen compost van goede kwaliteit of stalmest, dan kan ook met koemestkorrels een goede organische bemesting worden gegeven.
Ziekten en plagen
Het probleem met de teelt van koolsoorten zit hem vaak in de ziekten en plagen. (en soms met de plantafstand, omdat de planten wat groter worden dan we verwachten). Kennis van de ziekten en plagen van kool is belangrijk om succesvol te kunnen blijven telen.
Problemen
- Pas gezaaide plantjes verwelken en sterven af. Waarschijnlijk het gevolg van een kiemschimmel. Zaai opnieuw in schone potgrond, kies een grotere pot of maak een zaaibedje in de volle grond.
- De planten verwelken en groeien niet meer, of sterven in hun geheel af. In wortels en onderste stengeldelen zijn bruine graafgangen te zien. Het gaat waarschijnlijk om de koolvlieg.
- De planten verwelken en groeien niet meer, of sterven in hun geheel af. De wortels zijn grillig vervormd.Het gaat hier waarschijnlijk om knolvoet.
- Het hart van de koolplant ziet er raar uit en groeit niet verder. In de top van de jonge plant zijn vreemde vergroeïngen te zien. Dit heet ook wel draaihartigheid en wordt veroorzaakt door de koolgalmug. Deze mug vliegt vanaf mei en legt haar eitjes in de groeipunten van de kool. De larven veroorzaken dan een afsterven van het groeipunt en/of vergroeïngen, waarna de boel ook nog eens kan gaan rotten. Tegen dit beestje kunnen we het beste insectengaas gebruiken (maaswijdte < 2 mm). Na het sluiten van de kool (het groeipunt raakt bedekt omdat de kool een krop begint te vormen) is dit gevaar geweken.
- De bladeren worden aangevreten in een onregelmatig patroon. Er zijn slijmsporen te zien. De planten worden aangevreten door slakken. Kies een combinatie van bestrijdingsmethoden die in jouw situatie het beste uit te voeren is.
-
De bladeren worden aangevreten in een onregelmatig patroon. Er zijn rupsen op de kool, en er zijn uitwerpselhoopjes te zien.
- Er zijn veel rupsen met een gelig lichaam, zwarte kop, en zwarte punten. Dit is het grote koolwitje.
- Er zijn enkele solitaire rupsen. Ze zijn groen van kleur en hebben een gele zijstreep. Dit is het kleine koolwitje
- Er zijn veel rupsen die grijsgroen van kleur zijn met zwarte puntjes en een lichte kop. Oudere rupsen hebben een donkere streep op de rug.Dit is de kooluil.
- Een gesloten kool rot van binnenuit weg.Meest waarschijnlijke kandidaat is de kooluil..
- De bladeren zijn bezaaid met kleine ronde gaatjes. Dit is het werk van de aardvlo..
- Er zijn grote happen uit de bladeren. Sommige planten zijn in hun geheel verdwenen. Bij dit soort schade moet je denken aan grotere dieren, bijvoorbeeld konijnen. Kijk naar uitwerpselen of pootafdrukken. Zet gaas om de planten heen.
- Er zijn witte vlekken op de onderkant van de bladeren. Als ik ze aanraak, vliegen witte vliegjes op. Dit is de koolwittevlieg.
- De koolkroppen vertonen grote barsten. Dit is geen ziekte, maar het gevolg van een onregelmatige vochttoevoer in de wortelzone. Probeer te verhinderen dat de grond te veel uitdroogt in een droge, hete periode. Dit kan bijvoorbeeld door te mulchen - dat verkleint de verdamping. Als de kolen al groot genoeg zijn, kunnen de wortels wat losgetrokken worden. Dat verminderd in een (te) natte periode de toevoer van vocht vanuit wortels naar kool en daardoor de kans op barsten.
- Mijn planten en kroppen zijn altijd aan de kleine kant. Probeer de bemesting eens wat op te peppen. Zelf gemaakte goed verteerde compost bevat alles wat een plant nodig heeft. Dierlijke mest of koemestkorrels zorgen voor extra stikstof. Beendermeel is een goede bron van fosfaat.
Gewasverzorging
Zorg voor een onkruidvrije omgeving, en geef extra water in droge perioden. Gebruik indien mogelijk insectengaas - dit lost veel teeltproblemen op en levert mooie schone kolen op.
Oogsten en bewaren
Oogst de kolen uiterlijk voordat het gaat vriezen. Bewaar ze op een koele vorstvrije plaats. Probeer bij een grote oogst eens zelf zuurkool te maken.
Geraadpleegde literatuur
[1] Besselink, José: Tuinboek van de kleine aarde. Uitgeverij De Kleine Aarde, Boxtel, 1993.