spruitkool
ZaaienBegin april is een mooi tijdstip om spruitjes te zaaien. We kunnen dan op een kweekbed in de volle grond zaaien. Eerder zaaien kan ook, maar dan kunnen we beter onder glas zaaien. Vanaf half mei tot half juni kunnen we de opgekweekte plantjes in de volle grond plaatsen, de planten komen 60-70 cm uit elkaar te staan. De precieze afstand is afhankelijk van het gebruikte ras en de teeltomstandigheden. Spruitkool mag niet te dicht staan, de individuele planten moeten zich goed kunnen ontwikkelen om forse bladeren te kunnen maken. In de oksels van die bladeren ontwikkelen zich dan gezonde spruitjes.
Bemesting
Spruitkool verlangt een voedzame bodem, net zo als alle koolsoorten. Een te hoge stikstofbemesting echter moet vermeden worden, omdat dat 'losse' spruiten kan opleveren. Van deze spruiten gaan de blaadjes uiteen staan, en dat is niet de bedoeling. Bij gebruik van stalmest moet deze dus liefst al een tijdje verteerd zijn. Geef in de loop van het groeiseizoen geen bijbemestingen met een hoog stikstofgehalte (zoals verse dierlijke mest of kunstmest). Bemesting met compost is altijd goed.
Spruitkool gedijt het best op een lichte kleigrond. Een goede gelijkmatige ontwikkeling geeft het beste resultaat. Te zure grond is nadelig voor kool, corrigeer een zure grond daarom eventueel met wat tuinkalk.
Problemen
- Pas gezaaide plantjes verwelken en sterven af. Waarschijnlijk het gevolg van een kiemschimmel. Zaai opnieuw in schone potgrond, kies een grotere pot of maak een zaaibedje in de volle grond.
- De planten verwelken en groeien niet meer, of sterven in hun geheel af. In wortels en onderste stengeldelen zijn bruine graafgangen te zien. Het gaat waarschijnlijk om de koolvlieg.
- De planten verwelken en groeien niet meer, of sterven in hun geheel af. De wortels zijn grillig vervormd.Het gaat hier waarschijnlijk om knolvoet.
- Het hart van de koolplant ziet er raar uit en groeit niet verder. In de top van de jonge plant zijn vreemde vergroeïngen te zien. Dit heet ook wel draaihartigheid en wordt veroorzaakt door de koolgalmug. Deze mug vliegt vanaf mei en legt haar eitjes in de groeipunten van de kool. De larven veroorzaken dan een afsterven van het groeipunt en/of vergroeïngen, waarna de boel ook nog eens kan gaan rotten. Tegen dit beestje kunnen we het beste insectengaas gebruiken (maaswijdte < 2 mm). Na het sluiten van de kool (het groeipunt raakt bedekt omdat de kool een krop begint te vormen) is dit gevaar geweken.
- De bladeren worden aangevreten in een onregelmatig patroon. Er zijn slijmsporen te zien. De planten worden aangevreten door slakken. Kies een combinatie van bestrijdingsmethoden die in jouw situatie het beste uit te voeren is.
-
De bladeren worden aangevreten in een onregelmatig patroon. Er zijn rupsen op de kool, en er zijn uitwerpselhoopjes te zien.
- Er zijn veel rupsen met een gelig lichaam, zwarte kop, en zwarte punten. Dit is het grote koolwitje.
- Er zijn enkele solitaire rupsen. Ze zijn groen van kleur en hebben een gele zijstreep. Dit is het kleine koolwitje
- Er zijn veel rupsen die grijsgroen van kleur zijn met zwarte puntjes en een lichte kop. Oudere rupsen hebben een donkere streep op de rug.Dit is de kooluil.
- Een gesloten kool rot van binnenuit weg.Meest waarschijnlijke kandidaat is de kooluil..
- De bladeren zijn bezaaid met kleine ronde gaatjes. Dit is het werk van de aardvlo..
- Er zijn grote happen uit de bladeren. Sommige planten zijn in hun geheel verdwenen. Bij dit soort schade moet je denken aan grotere dieren, bijvoorbeeld konijnen. Kijk naar uitwerpselen of pootafdrukken. Zet gaas om de planten heen.
- Er zijn witte vlekken op de onderkant van de bladeren. Als ik ze aanraak, vliegen witte vliegjes op. Dit is de koolwittevlieg.
- De spruiten zijn los en vormen geen dichte kropjes. Dit kan een gevolg zijn van een te grote stikstofbemesting. Wees voorzichtig met dierlijke mest, zeker op het moment dat spruiten gevormd gaan worden.
- Mijn planten en kroppen zijn altijd aan de kleine kant. Probeer de bemesting eens wat op te peppen. Zelf gemaakte goed verteerde compost bevat alles wat een plant nodig heeft. Dierlijke mest of koemestkorrels zorgen voor extra stikstof. Beendermeel is een goede bron van fosfaat.
Gewasverzorging
Houd de planten zo veel mogelijk onkruidvrij. Laat het blad altijd aan de plant zitten, verwijderen van bladeren levert geen grotere spruitjes op.
De planten kunnen vanaf half september getopt worden, de bovenste spruiten ontwikkelen zich dan wat sneller, zodat die ook nog geoogst kunnen worden.
Oogsten en bewaren
Oogst de spruiten als ze groot genoeg zijn, het liefste kort voor gebruik. Spruiten verdragen licht tot matige vorst, maar als het echt stevig gaat vriezen kunnen we beter maar alles oogsten.
Mochten we te laat geplant hebben en in de herfst nog geen spruitjes zien, dan kunnen we de toppen van de kool nog gebruiken als groene (savooye) kool.