sla

Soorten sla
Zaaien in een rij of voortrekken
Pluksla en snijsla worden op een rijtje in de volle grond gezaaid, niet uitgedund, en naar believen geoogst. Van andere slasoorten worden plantjes eerst opgekweekt en dan uitgeplant in de volle grond.

Wanneer zaaien en uitplanten
Er zijn slasoorten voor elk seizoen, lees dus goed de aanwijzingen op de zakjes zaad. Voor de allervroegste teelten, waarbij we de sla in een kas willen laten afrijpen, kan in januari/februari tot april al binnen in een koude, lichte kamer voorgezaaid worden. De temperatuur moet dan tussen de 8° en 12° liggen. Bij warmere temperaturen worden de plantjes snel te iel. Begin maart gaan deze plantjes naar de koude kas. Voor de zomerteelt in de volle grond zaaien we vanaf april voor. Deze plantjes mogen vanaf mei de volle grond in. Voor de najaarsteelt zaaien we vanaf half juli tot september voor en planten we naar behoeve uit in de volle grond.
Snijsla kan vanaf maart ook rechtstreeks in de koude kas op een rijtje gezaaid worden.

Plantafstand
Als we in rijen zaaien, is de afstand tussen de rijen voor snijsla ongeveer 20 cm, en voor pluksla 25 cm. Kropsla en krulsla planten we in een vierkantsverband op ongeveer 25 x 30 cm. Voor ijsbergsla, bindsla en stengelsla moeten we wat ruimer plantverband aanhouden, dus ongeveer 30 x 30 cm.

Zelf zaaien of plantjes kopen?
We maken het ons gemakkelijker als we uitgaan van gekochte plantjes uit een tuincentrum, dat geeft minder kans op mislukking en levert sneller een resultaat. Het vereist immers toch wat ervaring om jonge plantjes succesvol op te kweken. Zelf zaaien is echter wel spannender, en bied de mogelijkheid om soorten uit te proberen die niet als plantjes aangeboden worden. Overweeg eventueel om beide te doen; zowel plantjes kopen, als ook zelf een keer zaaien.

Plantjes opkweken
Sla moet goed aan de groei blijven om mals blad te produceren, en om te verhinderen dat de planten vroegtijdig gaan schieten. Bij het zelf voortrekken moeten we er dan ook voor zorgen dat er geen groeivertraging optreed. Zaai sla daarom in turfpotjes (of in andere potjes) en dun uit zodat er per potje één plantje overblijft. Dit plantje kan dan met kluit en al overgeplant worden. Sla-zaadjes kiemen snel en groeien ook snel. Bij voortrekken van plantjes op de vensterbank vroeg in het seizoen worden de plantjes snel lang en iel. Zet ze dus zo zonnig mogelijk op de vensterbank, of plaats ze buiten in een koude bak. Improviseer eventueel zelf een koud bakje met behulp van bakstenen en een glasplaat, als je niet over een broeibak beschikt.

Zaai per keer niet meer sla dan je in 2-3 weken consumeert, het risico van doorschieten neemt toe als de sla ouder wordt. Zaai wel elke 2-3 weken opnieuw om steeds van verse sla voorzien te zijn.

Bemesting
Sla heeft een vruchtbare grond nodig, maar geen grond die zojuist flink bemest is met dierlijke mest. Liever dus grond die in het afgelopen najaar bemest werd, of als volggewas na een gewas dat wel goed bemest werd. Bemesten met goed verteerde compost kan altijd. Een bodem met een goed vochthoudend vermogen is van belang voor sla, omdat een korte periode van watergebrek al kan leiden tot doorschieten.



Problemen


Gewasverzorging
Geef sla goed water: het gewas moet goed kunnen groeien om smakelijk blad te kunnen leveren. Vermijd omstandigheden die schieten (bloeien) bevorderen (te dicht op elkaar planten, te droog, te arme grond). De meeste slasoorten zijn niet of nauwelijks daglengtegevoelig zoals bv. andijvie. Slechts enkele oudere soorten (meikoningin) gaan schieten door het daglengte effect. De meeste soorten gaan bloeien als ze overrijp zijn (meteen na de kropvorming), of als de omstandigheden tegenzitten.
Ga er van uit dat we verschillende keren per jaar moeten zaaien om altijd over verse sla te kunnen beschikken.

Oogsten en bewaren
Oogst sla 's ochtends en bewaar hem in de koelkast tot het moment van consumptie.

Kort teeltverslag:
Kiemplantje van ras meikoningin op 3 april.


Geraadpleegde literatuur
[1] Besselink, José: Tuinboek van de kleine aarde. Uitgeverij De Kleine Aarde, Boxtel, 1993.




   ©moestuintips     info@moestuintips.nl