bladluizen

Zwarte bonen luis.
Photo     by Rasbak / CC BY     GNU    
cropped by mtt
Er zijn verschillende soorten bladluizen, die allen aan verschillende plantengroepen zuigen. Enkele bekende luizensoorten zijn:

Historie
Bladluizen zijn al een oude plaag.

Uiterlijk
Bladluizen zijn 2-3 mm lang, zacht en peervormig. Op hun achterlijf hebben ze twee buisjes: dit zijn klieren die was (honingdauw) afscheiden.

Aangetaste planten
Er zijn honderden soorten bladluizen, die allen specifieke waardplanten hebben.

Schade
Bladluizen zuigen plantensappen op. Dat levert verschillende soorten van schade op:
Melige koolluis.
Photo     by Rasbak / CC BY     GNU    
cropped by mtt


Leefwijze
Luizen leven in kolonies op de onderkant van het blad. Ze hebben een heel bijzondere biologische cyclus: De eitjes overleven de winter in een beschutte plek op een aantal specifieke winterwaardplanten. In het geval van de groene perzikluis zijn dat bv prunus-soorten (pruim, perzik, vogelkers). In het voorjaar komen uit deze eitjes vrouwtjesluizen, die zich ongeslachtelijk vermenigvuldigen. Ze doen dat door rechtstreeks jonge luizen te baren, het eistadium wordt overgeslagen. Ook is er geen bevruchting bij nodig. Door deze wijze van voortplanting kan de populatie snel groeien. Na een aantal generaties bladluizen op de winterwaardplant, ontstaan er ook gevleugelde dieren. Die zoeken het luchtruim op, en belanden zo op een zomerwaardplant. De zomerwaardplanten zijn vaak de planten die we in onze moestuin hebben geplant. Aldaar aangekomen gaan de luizen weer kolonies van ongevleugelde luizen ontwikkelen.

In de herfst worden er ook mannelijke luizen gebaard. Er treed nu wel paring op, en er worden weer eitjes gelegd op de winterwaardplanten. Deze eitjes overleven de winter weer.

De ongeslachtelijke vermenigvuldiging kan erg snel gaan, waardoor je gauw een plaag hebt. Er kan zelfs overbevolking ontstaan, waarop er ook veel luizen met vleugels geboren worden. Deze verlaten de moederplant en kunnen op de wind een heel eind verder terechtkomen. Een hele generatie kan zich binnen 10-12 dagen voltrekken.

Mieren zijn verzot op honingdauw. Ze 'melken' de luizen als het ware. Ze doen dat door met hun voelsprieten het achterlijf van de luis te bewerken. Daartoe wordt die gestimuleerd om een druppeltje honingdauw los te laten. Verder beschermen ze de kolonies tegen aanvallers, en verspreiden de luizen om meer kolonies te creeeren.

Bij bladluizen spreken we van winter- en zomerwaardplanten. De zomerwaardplanten zijn de planten waaraan de bladluizen zuigen. De winterwaardplanten zijn de planten waarop de eitjes overwinteren.

Het weer heeft grote invloed op de ontwikkeling van een luizenplaag. Bij droog en warm weer kan het snel gaan, koel en nat weer is ongunstig voor ze.

Bladluizen ontwikkelen zich het beste in de toppen van groeiende scheuten. Daar is de sapstroom het sterkst.

Bladluizen vervellen een aantal keren voor ze volwassen zijn.

Preventie
Groene perzikluis, gevleugelde vorm..
Photo     by Scott Bauer / Public domain    
cropped by mtt


Bestrijding
Geraadpleegde literatuur

[1] Velt: Handboek ecologisch tuinieren, Berchem, België 2006.
[2] wikipedia bladluizen
[3] wikipedia groene perzikluis
[4] wikipedia zwarte bonenluis
[5] wikipedia melige koolluis




   ©moestuintips     info@moestuintips.nl