rode biet

Zaaien
Bieten of kroten kunnen vanaf april tot eind juni gezaaid worden (2 cm diep) op rijtjes met een tussenafstand van zo'n 30 cm. Zaai dun want we willen maar één plantje per 10-15 cm overhouden. Het 'zaad' is in feite een grillig gevormd vruchtje waar ongeveer drie echte zaadjes in zitten. Dat maakt het uitdunnen een lastig karweitje; we lopen het risico dat we met het uittrekken van een plantje de broer en zus uit dezelfde vrucht meenemen. Druk de aarde altijd goed aan na het zaaien: het zaadje zit immers in een vruchtje verpakt, waardoor het wat moeilijker is om een goed contact met de bodem te bewerkstelligen. Bietenzaad kan ook voorgeweekt worden om de kieming te verbeteren.
Dun pas uit als de plantjes wat stevig zijn geworden en twee echte blaadjes hebben - laat de sterkste plantjes staan. Om de oogst wat meer te spreiden kunnen we ook meerdere malen in het voorjaar zaaien, of vroege en late rassen gebruiken. Bieten kunnen verschillende vormen hebben: afgeplat, rond, of cylindrisch (langwerpig). Egyptische platronde is een veelgebruikt vroeg ras. Langwerpige bieten zijn wat gemakkelijker te koken, en zijn in mooie gelijkvormige plakjes te snijden. Dikke ronde bieten kunnen er lang over doen voor ze gaar zijn.

Bemesting
Bieten groeien het liefst op een lichte grond, maar een wat zwaardere grond kan ook als die een goede structuur heeft. De planten hebben lange penwortels die diep de grond in willen. Verse mest is nadelig voor bieten, gebruik liever goed verteerde compost. Bieten hebben geen hoge stikstofbehoefte, maar kunnen wel wat extra Kalium gebruiken.

Ziekten en plagen
Zaailingen kunnen ten prooi vallen aan de kiemplantenziekte en verwelken. Verder zorgt schurft voor wratachtige knobbels op de bieten. Pas een vruchtwisseling toe om de schade te beperken, over het algemeen heeft biet weinig last van ziekten en plagen.
Een tekort aan Kalium lijkt op een echte ziekte: het blad blijft klein en donkergroen, kan gegegolfd of gebobbeld zijn, en droogt uit langs de randen.
Rhizomanie is een virusziekte uit de professionele teelt die wordt overgebracht door de bodemschimmel Polymyxa betae. De symptomen zijn bleekgele verkleuring van het blad en zware baardvorming met dichte rijen viltige haarwortels van de wortel. Deze ziekte kan tot opbrengstverlies en smaakverlies leiden. Vruchtwisseling is het antwoord van de moestuinteler op deze ziekte.

Gewasverzorging
Houd de bodem tussen de bieten los en onkruidvrij. Veel werk gaat zitten in het uitdunnen.

Oogsten en bewaren
Oogst bieten naar behoefte als ze groot genoeg zijn. Haal het loof er met een draaiende beweging af, dan 'bloed' de knol minder en blijft hij sappiger. Haal alle bieten in november uit de grond en bewaar ze nog een tijdje in kistjes met zand op een koele maar vorstvrije plaats. Het zand is nodig om uitdrogen te voorkomen.

De smaak van de rode biet
De smaak van eigengeteelde bietjes kan nogal eens verschillen. Soms is er een gronderige of stoffige smaak. Niet alleen de raskeuze is van invloed, maar ook teelwijze en teeltseizoen. Hoe alles precies samenhangt, is echter niet duidelijk. Uit een onderzoek van de Wageningse universiteit naar de smaak van biologische geteelde bieten bleek onder andere dat het ras Pablo wat beter smaakte, en dat grote bieten minder kunnen smaken dan kleine (jonge) bieten. Smaakvolle rode bieten of kroten
Van belang voor de moestuin is altijd vruchtwisseling: verbouw bieten niet na een ander wortelgewas. Zorg verder voor goede teeltomstandigheden (niet laten uitdrogen, voldoende bemesten).




   ©moestuintips     info@moestuintips.nl