artisjok
In Nederland zie je niet gauw een artisjok in een moestuin. Ze worden bij ons ook maar weinig gegeten, het is een beetje een onbekende, luxe groente, die meer in het middelandse-zee gebied thuis hoort. Toch kun je ook in Nederland prima artisjokken telen, en dat is een uitgelezen mogelijkheid om echt kennis te maken met de groente en om te wennen aan de smaak.Artisjokken zijn een heel oud cultuurgewas, en werden al door de Egyptenaren en Romeinen gegeten. Het is een overblijvend gewas, dat is ontstaan door veredeling van wilde distels.
Vermeerdering en opkweek
Zaai artisjokken binnenshuis vanaf maart. Gebruik een of twee zaden per potje, en laat uiteindelijk één plant per potje staan. Plant ze vanaf half mei in de volle grond. Gezaaide planten gaan in nederland niet gemakkelijk in hetzelfde jaar bloeien, daarvoor is ons seizoen te kort. De planten vormen echter een fors wortelgestel en lopen in het tweede jaar weer uit vanuit de ogen (=knoppen) op het nog levende onderste stengeldeel. Van deze scheuten laten we er 2 of 3 staan, de rest breken we af. De scheuten die blijven staan worden geschraagd door een flink wortelstelsel en zullen zich snel ontwikkelen om vanaf medio juni te gaan bloeien. De oogst valt dan in juli of augustus.
De afgebroken scheuten kunnen we gebruiken voor de vermeerdering. Kort het blad tot de helft in en pot de scheuten op in een mengsel van zand en potgrond. Dek ze nog een tijd af met plastic om de verdamping tegen te gaan. Alhoewel ze er robuust uitzien (distelachtig), drogen ze toch snel uit. Houd ze een tijdje uit de zon tot ze goed geworteld zijn. Geef ze dan geleidelijk aan meer licht en plant ze uit in de volle grond als ze goed aan de groei zijn.
In zuidelijkere streken wordt gepoogd om de planten zelf heelhuids de winter door te krijgen om zo een nog snellere oogst te verkrijgen. Ze worden dan op het veld ingepakt in beschermend materiaal. Ik heb dat ook geprobeerd maar de Nederlandse winter van 09/10 was veel te streng om daartoe een kans van slagen te hebben. De hoofdscheuten stierven volledig af maar de planten zelf bleken gelukkig niet dood te zijn en liepen weer vrolijk uit.
Artisjokken zijn overblijvend en kunnen zeker een jaar of drie op de zelfde plek blijven staan. Ze vragen wel flink wat ruimte: afhankelijk van de varieteit moeten we 80 tot 100 cm tussen de planten aanhouden.
Rassen
Er zijn maar een paar rassen die in Nederland te krijgen zijn. Zelf heb ik 'violette' gebruikt, een relatief klein ras met paarse bloemhoofden.
Bemesting
Een artisjok is een forse plant die stevig gevoed moet worden. Gebruik daarom stalmest of compost met koemestkorrel. Bemest elke plant afzonderlijk. In de winter kunnen we de planten afdekken met een laag verse compost - dat beschermt ze tegen de vorst en brengt ook voeding bij de plant.
Ziekten en plagen
Onder koude en natte omstandigheden kunnen planten te lijden hebben van schimmelziekten. Snoei dan wat blad en verlaag eventueel de plantdichtheid zodat de wind goed door het gewas heen kan.
De bloemhoofden kunnen last hebben van bladluizen en oorwurmen. Probeer ze er af te spoelen met een stevige straal water.
Gewasverzorging
Dek de planten in de winter af. Zoek een warm plekje in de tuin voor de artisjokken, bijvoorbeeld dicht bij een zuidmuur. Houd de aarde onkruidvrij. Snijd na de bloei de bloemstengels bij de grond af.
Een bloeiende artisjok is een spectaculair gezicht. |
Oogsten en bewaren
Een artisjok wordt geoogst als de bloemknop groot genoeg is, en voordat de eigenlijk bloei intreed. Het moment is een beetje lastig te bepalen en vereist wat ervaring. Een te slanke bloemknop is nog onrijp. Een rijpe bloemknop is bolvormig en de onderste bloemblaadjes (schubben) liggen niet meer dicht tegen de bloemknop aan maar gaan los staan.
Een enkele plant kan meerdere bloemhoofden voortbrengen. Als we de bloemen laten doorbloeien, komt er een prachtig blauw hart in, een beetje als een bovenmaatse distel (zie foto). Een artisjok is daarmee ook een aanwinst voor een decoratieve moestuin, of een moestuin-border.
Eenmaal geoogst zijn artisjokken gevoelig voor uitdrogen. Ze kunnen hooguit nog een week bewaard worden (koelkast).
Een artisjok wordt in zijn geheel gekookt gedurende 30-40 minuten. Daarna laten we ze omgekeerd uitlekken. We trekken dan een voor een de schubben er af, dopen het uiteinde in een sausje, en trekken met de tanden het onderste vlezige deel van het blaadje af. De smaak is een beetje bitter, en , tja, typisch artisjok. Even wennen en doorbijten dus. Bij een flinke artisjok doen we er wel een tijdje over voor we alle blaadjes afgezogen hebben, neem er dus gerust de tijd voor. Artisjok smaakt overigens niet goed bij wijn, het wordt vaak als voorgerecht genomen, voordat de wijn wordt aangesproken. Als alle blaadjes zijn verwijderd, maken we de bloem open en verwijderen we het binnenste (het zg. hooi). We kunnen dan bij de bloembodem, die ook in zijn geheel eetbaar is, en als het lekkerste deel van de vrucht wordt beschouwd.
Wie echt iets speciaals wil klaarmaken, vult zijn artisjokken op met een lekker mengseltje; zoals ook bij gevulde tomaten of paprika's wordt gedaan.