erwt

Zaaien
Erwten kunnen al vroeg gezaaid worden - vanaf eind februari kunnen ze bij mooi weer de volle grond in. Erwten kiemen hypogeïsch, wat wil zeggen dat de kiemlobben (de twee 'helften' van de erwt) onder de grond blijven. We zien dus als eerste een steeltje uit de gond komen, dat daarna bladeren gaat ontwikkelen. Ondanks deze kiemwijze hebben erwten last van vogels die de gekiemde erwten opgraven. Leg daarom iets over het zaaisel heen; vliesdoek, takken, of span draden. Zaai de zaden ongeveer 4 cm diep. Het plantverband hangt af van de lengte van het ras - deze kan variëren van 40 cm tot 2 meter. Houd voor de kortste rassen 70 cm aan tussen de rijen, en voor de langste 1.40 meter. De lage rassen (stamdoppers, bv 'wonder of America') hebben geen steun nodig, de grotere rankende types wel. In de rijen kunnen we om de 3-5 cm een erwt zaaien in een voortje, dat we daarna met aarde vullen en goed aandrukken. Oriënteer de rijen liefst Noord-Zuid voor een gelijkmatig gewas. De rankende erwtenrassen moeten gesteund worden met rijshout of gaas. De ruimtes tussen de rijen kunnen we gebruiken voor andere gewassen: bv radijs, sla, wortel.
Er is verder nog onderscheid te maken tussen rassen waarvan de droge erwt rond is, en rassen waarvan de droge erwt gerimpeld is. De ronde zijn wat minder zoet maar zijn beter bestand tegen de vorst en goed voor de zeer vroege teelten.

Bemesting
Erwten vereisen een grond met een goede structuur, maar zware bemesting is niet nodig. Spit het land goed diep om en werk wat compost in.

Ziekten en plagen
Erwten kunnen nogal wat last van ziekten en plagen hebben, pas daarom altijd een vruchtwisseling toe en wacht liefst 5 jaar voordat teruggekeerd wordt op het zelfde stuk land. In de praktijk van de kleine moestuin valt het meestal wel mee met de ziekten en plagen, zolang we zorgen voor een gezonde bodem.
Grauwe schimmel bedekt bloemen en peulen met een grijs viltig laagje. Verwijder zieke delen en dun eventuel wat uit zodat het gewas sneller opdroogd. Meeldauw zorgt voor witte poederachtige vlekken op de bladeren. Het optreden van deze ziekte is meestal een teken van een onbalans in het gewas. het kan zijn dat het gewas te droog of te nat is, of teveel bemest.
Rupsen van de erwtenpeulboorder eten van de jonge erwtjes. De mot legt in mei/juni eitjes en brengt dan de meeste schade toe. We kunnen dit beestje vermijden door heel vroeg of heel laat te zaaien.

Gewasverzorging
Soms moeten we de erwten wat leiden. Zorg er verder voor dat de bodem goed onkruidvrij en los blijft.

Oogsten en bewaren
Pluk de peulen als ze groot genoeg zijn geworden, de groei neemt af als we een gedeelte laten doorrijpen. Laat eventueel alleen de laatste pluk doorrijpen om droge erwten te kunnen oogsten.




   ©moestuintips     info@moestuintips.nl