druif

In nederland kunnen prima druiven geteeld worden, ook in onze achtertuin, en ook als we geen kas hebben. Druiven groeien bij ons het beste tegen een zuidmuur aan. Zo'n muur krijgt veel zon en warmt daardoor lekker op. Die warmte wordt lang vastgehouden en weer afgegeven aan de druiven. Om mooie vruchttrossen te krijgen, moeten druiven vaak gesnoeid worden - zelfs meerdere keren per jaar. Als je het snoeien een beetje in de vingers hebt, is een goed gevestigde druif een gemakkelijke plant. Water geven hoeft dan niet meer, en zelfs bemesten is nauwelijks nodig.

Rassen
Niet alle rassen zijn zonder meer geschikt voor ons nederlands klimaat. Het groeiseizoen voor druiven is relatief kort in nederland en belgie, dus we moeten het doen met snel afrijpende rassen. Gelukkig zijn die er in overvloed. In de handel zijn witte, rode en blauwe druiven te koop, zowel met pitten als pitloze rassen, en met meer of minder ziekteresistentie. Er zijn ook rassen die zich speciaal lenen voor de wijnteelt. Kijk bv eens op fruitbomen.net

Planten
Koop bij voorkeur een druivenstruikje in het voorjaar - dat is een mooi moment om te planten. Maar een ruim plantgat en vul dat met een mengsel van compost en aarde. Druk na het planten de aarde goed aan zodat er een goed contact ontstaat tussen kluit en aarde. Let er in het jaar van planten op dat de grond niet uitdroogt, af en toe water geven dus.

Verzorging
Behalve de snoei heeft een druif eigenlijk maar weinig aandacht nodig. Water geven hoeft niet - een druif heeft een heel uitgebreid wortelstelsel en zoekt zelf wel z'n vocht. Ook bemesten is nauwelijks nodig. Bij twijfel kun je in het voorjaar een zak kompost rondom de stam verdelen.

Snoei
De snoei is erg belangrijk - een druif die goed is aangeslagen kan erg uitbundig groeien. Als we dat niet in goede banen leiden, zullen we maar weinig druiven oogsten. Er zijn verschillende soorten snoei te onderscheiden:

Bevruchting
Een druif is een zelfbestuiver - je hebt maar een plant nodig om vruchten te krijgen. De bestuiving gaat door de wind, er komen geen insecten bij te pas.

Ziekten en plagen
Bij het optreden van bladziekten kun we meestal volstaan met het flink wegsnoeien van aangetast blad. Een goed gevestigde druif groeit snel en krachtig en zal het tekort aan blad snel weer aanvullen.

Het krenten
Krenten (als werkwoord), is het snoeien van trossen. Het is nog al een arbeidsintensieve activiteit, en niet echt nodig. Wil je echter de perfecte tros produceren, dan kun je je er eens aan wagen. Bij het krenten worden delen van de tros in een vroeg stadium gesnoeid, zodat de rest mooi en regelmatig uitgroeit en grote druiven opleverd. Ook alle vruchtjes die te klein blijven of misvormd zijn, worden met een klein schaartje weggenomen. Het is een werkje voor mensen met veel tijd en geduld.

Stekken
Druiven zijn goed te stekken. Hiertoe nemen we in de herfst takken van 30 cm lang - ideaal is een niet te dun gedeelte eenjarig hout. De takken worden opgepot in een mengsel van 1 deel zand op 1 deel potgrond en buiten weggezet op een beschutte plaats. Met een beetje geluk lopen de stekken in het voorjaar keurig netjes uit.

Oogsten en bewaren
De trossen kunnen ook na rijpheid nog aan de struik blijven hangen - het suikergehalte neemt dan nog wat toe. Tegen november moeten we wel goed opletten dat de trossen niet gaan schimmelen aan de struik.




   ©moestuintips     info@moestuintips.nl