bonenvlieg
Schade door de bonenvlieg. De kiemlobben komen boven de grond, maar het groeipunt is opgegeten. |
Uiterlijk
De bonenvlieg (Delia platura) is een kleine grijze vlieg van 0,3- 0,6 cm lang.
Aangetaste planten
Alereerst bonen, maar ook spinazie, pompoen, mais, asperges, sla, augurken, sjalot, en ui.
Schade
De bonenvlieg heeft het vooral gemunt op ontkiemende zaden, waarvan wortels en groeipunten worden aangetast.
Leefwijze
De poppen van de vlieg overleven de winter in de grond. Tegen april komen de poppen uit. De vlieg leeft van nector en honingdauw. Ze legt haar eitjes het liefst in bewerkte grond, vooral als die ook nog eens bemest is met stalmest. De geur van de ontkiemende zaden trekt de vlieg aan en ze legt haar eitjes in clusters af op de plekken waar zaden kiemen.
De eieren komen na 7-9 dagen uit, de larven kunnen overleven op organisch materiaal in de bodem maar zoeken liever naar het ontkiemende zaad. Een jonge plant is maar een week of 3-4 gevoelig voor deze larven, daarna wordt het planteweefsel te hard en kunnen de larven er niet meer bij. De larven verpoppen na 1-3 weken in de grond. Na 7-26 dagen komt de nieuwe generatie vliegen uit. Er kunnen 2-3 jaarlijkse generaties voorkomen.
Bestrijding
- Kiem de bonen voor of kweek ze eerst op in potten voor ze de volle grond in gaan.
- Dek het kiemende zaad af met vliesdoek. Als de plantjes goed en wel boven de grond staan, kan het er weer af.
- Spit de grond goed om (het liefst in het najaar). De poppen komen dan te diep te liggen en halen de oppervlakte niet meer.
- Maak het zaaibed 1 maand voor zaai al gereed. Pas bewerkte grond trekt de vlieg aan!
- Zaai altijd wat boekweit in de moestuin. De bloemen van boekweit trekken sluipwespen aan die de bonenvlieg parasiteren.
[3] edepot wur