slakken
Er zijn heel wat remedies tegen de slak bekend; van slakkenkorrels tot een ingegraven glaasje bier dat als slakkenval dienst doet. Wat is wijsheid? Zijn er echt veilige biologische middelen voorhanden?
|
segrijnslakken kunnen tot een serieuze plaag uitgroeien. |
soorten slakken
Er leven verschillende soorten slakken in onze moestuin, er zijn diverse soorten naaktslakken en huisjesslakken bekend, die allemaal graag onze sla, andijvie en ander lekkers bederven. Van de huisjesslakken doen de kleine gekleurde duin-of tuinslakken (Cepeae nemoralis resp Cepeae hortensis) het minste kwaad. De uitheemse segrijnslak (Cornu aspersum), die op een kleine wijngaardslak lijkt, kan wel gemakkelijk tot een forse plaag uitgroeien.
schade
Slakken zijn vooral lastig in het vroege voorjaar en najaar, in de volle zomer hebben we er relatief minder last van, zeker als het ook nog eens aan de droge kant is. Verder doen ze het erg goed als er veel 'verstop-plekken' in de tuin aanwezig zijn: lage haagjes, stapels takken of stenen, dicht struikgewas, een composthoop. De meeste slakken zijn vooral 's nachts actief.
|
duin- en tuinslakken richten relatief weinig schade aan. |
wat te doen
Probeer niet om ze volledig uit te roeien, dat lukt toch niet, en dat zouden we ook niet moeten willen. Combineer een aantal maatregelen die relatief eenvoudig uit te voeren zijn, en wees tevreden met een relatief succes - een 'aanvaardbare plaagdruk'.
Probeer het aantal gunstige slakkenplakjes te verminderen, indien mogelijk - verplaats bv. de composthoop verder weg van de moestuin.
Houd de bovengrond los en droog.
Bevorder de natuurlijke vijanden van de slak: laat padden en egels met rust als ze in de tuin voorkomen, koester lijsters (echte slakkenvreters).
Plaats gevoelige planten met zacht blad op relatief gunstige plekken (zo ver mogelijk van een haagje/composthoop).
Teel gevoelige planten zoveel mogelijk in de zomer, dan is de slakkendruk altijd minder.
Segrijnslakken overwinteren op droge, verborgen plekken - bv in een houtopslag of onder stapels hout of steen of onder vlonders. Spoor ze op en vernietig ze voor ze wakker worden.
Kweek planten eerst op in potten en houd ze dan op een slakvrije plaats. Plant ze uit als ze wat groter zijn en een beetje slakkenvraat kunnen overleven. (Te) kleine paprika plantjes worden in hun geheel opgegeten door slakken, maar als ze wat groter zijn gaat de steel verhouten en zijn ze minder eetbaar.
Vangen van slakken en ze elders uitzetten is ook mogelijk, maar dan moet de afstand wel voldoende groot zijn. Volgens een engels onderzoekje Physica scripta 2014 keren (huisjes)slakken terug als ze maar een paar meter weggeworpen worden, maar blijven ze definitief weg als ze ongeveer 20 meter verderop worden gebracht.
Segrijnslakken leggen hun eitjes soms in de moestuin zelf - ziet u een slak die zich midden op de dag nog ophoud nabij de grond, dan zou ze best wel eens bezig kunnen zijn met de vermeerdering. De witte eitjes bevinden zich 2-5 cm onder het oppervlak en zijn goed zichtbaar. Ruim ze op voor ze voor een nieuwe generatie ongedierte zorgen.
bestrijding
Slakkenvallen: biervallen zijn goed voor het vangen van een enkele slak, maar niet afdoende als er een plaag is.
Zouthekjes zijn gemaakt van houtmeel met daarin zout en vormen een onneembare barière voor slakken. Nadelen zijn kosten (ze gaan niet zolang mee), en evt. uitspoelen van zout in de grond. (zouthek)
Er zijn ook slakkenhekken van gegalvaniseerd ijzer. Ze hebben een dusdanige vorm dat slakken er niet overheen zouden kunnen. De reacties van gebruikers op dit soort hekken is niet eensluidend (slakkenhek metaal). De kosten zijn bovendien aan de hoge kant.
|
een slakkenhek van geperste houtvezel met zout. |
Barrières van scherp materiaal weren ook slakken - scherp zand bevat bijvoorbeeld kristallen met scherpe randen. Sparrenaalden vormen ook een effectieve grens, evenals gemalen schelpen. [Velt, 2006]
Biologische bestrijding is mogelijk met nematoden (aaltjes) die naaktslakken kunnen parasiteren. Deze aaltjes zijn natuurlijke vijanden van de slak. Ze leven in de bodem en dringen de slakken binnen via lichaamsopeningen (bv porieen). De slak sterft enkele dagen na infectie, waarna de aaltjes zich binnen het dode dier vermenigvuldigen. De nieuwe generatie aaltjes gaat vervolgens weer op zoek naar nieuwe slakken. Door het uitstrooien van het biologische middel verhogen we tijdelijk de populatie van deze aaltjes in de bodem. Deze bestrijding is vooral effectief als de temperatuur van de bodem hoger dan 6o Celcius is, dus van maart tot oktober.
[Velt, 2006],
[patentaanvraag, 1993].
Op internet oa te bestellen:
Slakkenkorrels die de werkzame stoffen metaldehyde of methiocarb bevatten zijn ook voor padden, egels en vogels giftig en daarom niet aan te raden. Korrels op basis van ferri-fosfaat (ESCAR-GO) zijn ongevaarlijk voor de natuurlijke vijanden van de slak en andere nuttige beestjes in de moestuin. Huisdieren moeten echter niet de kans krijgen om een grote hoeveelheid korrels binnen te krijgen, dat kan wel kwaad. Wees daarom ook zuinig met deze korrels, spreid ze goed uit op plekken die wel voor slakken toegankelijk zijn, maar niet voor grotere dieren.
Ferrifosfaat valt in de bodem uiteen in stoffen die daar ook van nature voorkomen. De korrels bevatten een lokstof. De slakken die van de korrels eten sterven niet onmiddelijk maar trekken zich terug op een beschutte plek. We zien dus geen uitgedroogde slakken liggen, maar merken wel dat de populatie uitgedund is.
Geraadpleegde literatuur
[1] Velt: Handboek ecologisch tuinieren, Berchem, België 2006.
[2] Patentaanvraag Biological control of Molluscs 1993.