bladluizen
Er zijn verschillende soorten bladluizen, die allen aan verschillende plantengroepen zuigen. Enkele bekende luizensoorten zijn:
- zwarte bonenluis (Aphis fabae) op bonen
- groene perzikluis (Myzus persicae) op sla, bieten, tomaat, paprika, komkommmer, perzik
- melige koolluis (Brevicoryne brassicae) op koolsoorten en andere kruisbloemigen (radijs)
Historie
Bladluizen zijn al een oude plaag.
Uiterlijk
Bladluizen zijn 2-3 mm lang, zacht en peervormig. Op hun achterlijf hebben ze twee buisjes: dit zijn klieren die was (honingdauw) afscheiden.
Aangetaste planten
Er zijn honderden soorten bladluizen, die allen specifieke waardplanten hebben.
Schade
Bladluizen zuigen plantensappen op. Dat levert verschillende soorten van schade op:
- planten verzwakken doordat de sappen die nodig zijn voor de groei van de plant, afgetapt worden.
- het zuigen leid tot vervormingen aan het blad, het wordt bobbelig en krult op.
- De opgezogen sappen bevatten meer suikers dan de luizen nodig hebben.
Het teveel aan suikers scheiden ze weer af. Dat doen ze in de vorm van een kleverig glanzend stofje, dat honingdauw wordt genoemd.
Daarop ontwikkeld zich een schimmel (de roetdauwschimmel) die het blad verder bevuilt en afsluit.
- bladluizen brengen plantenvirussen over.
Leefwijze
Luizen leven in kolonies op de onderkant van het blad. Ze hebben een heel bijzondere biologische cyclus:
De eitjes overleven de winter in een beschutte plek op een aantal specifieke winterwaardplanten.
In het geval van de groene perzikluis zijn dat bv prunus-soorten (pruim, perzik, vogelkers).
In het voorjaar komen uit deze eitjes vrouwtjesluizen, die zich ongeslachtelijk vermenigvuldigen.
Ze doen dat door rechtstreeks jonge luizen te baren, het eistadium wordt overgeslagen. Ook is er geen bevruchting bij nodig.
Door deze wijze van voortplanting kan de populatie snel groeien.
Na een aantal generaties bladluizen op de winterwaardplant, ontstaan er ook gevleugelde dieren. Die zoeken het luchtruim op, en belanden zo op een zomerwaardplant.
De zomerwaardplanten zijn vaak de planten die we in onze moestuin hebben geplant. Aldaar aangekomen gaan de luizen weer kolonies van ongevleugelde luizen ontwikkelen.
In de herfst worden er ook mannelijke luizen gebaard. Er treed nu wel paring op, en er worden weer eitjes gelegd op de winterwaardplanten.
Deze eitjes overleven de winter weer.
De ongeslachtelijke vermenigvuldiging kan erg snel gaan, waardoor je gauw een plaag hebt. Er kan zelfs overbevolking ontstaan, waarop er ook veel luizen met vleugels geboren worden.
Deze verlaten de moederplant en kunnen op de wind een heel eind verder terechtkomen. Een hele generatie kan zich binnen 10-12 dagen voltrekken.
Mieren zijn verzot op honingdauw. Ze 'melken' de luizen als het ware. Ze doen dat door met hun voelsprieten het achterlijf van de luis te bewerken.
Daartoe wordt die gestimuleerd om een druppeltje honingdauw los te laten.
Verder beschermen ze de kolonies tegen aanvallers, en verspreiden de luizen om meer kolonies te creeeren.
Bij bladluizen spreken we van winter- en zomerwaardplanten. De zomerwaardplanten zijn de planten waaraan de bladluizen zuigen.
De winterwaardplanten zijn de planten waarop de eitjes overwinteren.
Het weer heeft grote invloed op de ontwikkeling van een luizenplaag. Bij droog en warm weer kan het snel gaan, koel en nat weer is ongunstig voor ze.
Bladluizen ontwikkelen zich het beste in de toppen van groeiende scheuten. Daar is de sapstroom het sterkst.
Bladluizen vervellen een aantal keren voor ze volwassen zijn.
Preventie
- Sommige plantencombinaties werken goed tegen luizen - bv dille en tuinboon, en sla en ui.
- Voorkom overbemesting (stikstof) en onderbemesting (stikstof, kalium). Onevenwichtig bemeste planten trekken luizen aan.
- Zet altijd ook wat bloemen in de moestuin, van de nectar van bloemen leven veel vliegende insecten, en daar bevinden zich weer luizenvreten onder (lieveheersbeestjes, gaasvliegen, galmuggen, sluipwespen)
- reflecterende strips tussen de planten zou kunnen verhinderen dat rondvliegende luizen gaan landen.
Bestrijding
- spuit met brandnetelgier of met een oplossing van groene zeep. Probeer vooral om de onderkant van het blad te raken.
- Bij tuinboon kunnen de aangetaste toppen uit de plant geknepen worden.
- Spuiten met pyretrum. Dit dood echter ook natuurlijke vijanden van de luis.
- Koop kaartjes met eitjes van luizenbestrijders (sluipwespen)
- Als er mieren bij de luizen zitten, verdrijf ze dan door hun nesten onder water te zetten.
- Verdrijf mieren met lavendel-, marjolein- of tijmblaadjes
Geraadpleegde literatuur
[1] Velt: Handboek ecologisch tuinieren, Berchem, België 2006.
[2] wikipedia bladluizen
[3] wikipedia groene perzikluis
[4] wikipedia zwarte bonenluis
[5] wikipedia melige koolluis